[Terug] | [Reageer] | [site map] | [Goed om te weten] | [Home] |
Het nummer "Sweet Georgia Brown" geschreven door Ben Bernie, Maceo Pincard en Kenneth Casey kent vele uitvoeringen. Onder de uitvoerenden zijn ook onverwachte namen te vinden als 'The Beatles' en 'The Greatful Dead'. Al die uitvoeringen kennen een eigen uitvoering van de tekst. Een vroege versie van die tekst kunt u hier vinden. Wilt u ook meespelen, dan staat hier het accoorden schema. Wat opvalt is dat het een typisch violisten lied is. In de meeste opnamen speelt naast de viool ook een ander instrument een solo-rondje, vaak een gitaar, maar de viool zet in en sluit af. Er zijn nogal wat swing violisten. De bekendste is Stephane Grapelli. Toch is hij beslist niet de muzikaalste of swingendste. Eddie South of Schuckenack Reinhardt zetten Georgia Brown beter neer. Dichter bij huis kunnen ze er ook wat van. Luister maar naar Frans Popti, of de jonge Watti Rosenberg van Sonnekai. | ||
|
Frans Popti is een veel te weinig gewaardeerde Nederlandse swing violist. Hij speelt een tamelijk rustige, puntige en vooral mooi ingetogen versie, met een paar lekkere uithalen in het tweede solo- rondje, met daarin prachtige blue nootjes. Ook mooi: de vibrafoonsolo. | ||
|
De Italiaanse grote meester op viool. Hij komt hier minder goed over dan op andere dingen die ik van hem heb. Toch: zeer muzikaal, met veel zingende nootjes en fraaie loopjes. Het is een eigenzinnige uitvoering, want hier zit een als een banjo klinkende gitarist bij en er wordt een partijtje gescat. Deze versie heeft de neiging als een dixielandbandje te klinken en daar heb ik eigenlijk niets mee. Toch hoort Joe Venuti beslist in het rijtje top- violisten. | ||
|
Tja.... hier val je stil bij. Deze super-uitvoering laat vioolhoogstandjes horen van de bovenste plank. Ze zetten er met het tempo ongelooflijk de sokken in. Dit gaat razendsnel. De slaggitarist rommelt wel behoorlijk slordig aan, waardoor het geheel niet strak blijft en de lange ‘brake’ bij de baspartij had voor mij niet gehoeven. Maar wat is die viool gigantisch en huiveringwekkend swingend.
| ||
|
Dit is een geweldige uitvoering! De op deze opnamen 15-jarige (!) violist Watti Rosenberg laat een paar hele originele eigen variaties horen in het tweede rondje. Ik heb ze een keer live gezien op een festival met voornamelijk Sinti en daar moet je echt goed zijn wil het publiek voor je klappen. De zaal werd nog net niet afgebroken, maar de bijval was enorm en terecht. Voor zo’n jong bandje zijn ze uitermate goed en heel veelbelovend. Lekkere strakke swing. Let ook op de leuke gitaarsolo’s, van Faifi Reinhardt (14 jaar). | ||
|
Met Titi Winterstein op viool. Een jaren 70 opname, toen Titi ook nog behoorlijk jong was. Een uitvoering om erg vrolijk van te worden. Dit is mijn favoriete meespeel versie. Snel, strak en superswingend. In deze opname komen de gitaren niet zo goed tot hun recht, die klinken wat blikkerig, maar dat mag de pret niet drukken. Overigens staat op deze dubbel lp een bijzonder en ontroerend protestlied over de manier waarop gesold wordt met de Roma en Sinti. | ||
|
Dit is wel een van de meest bekende uitvoeringen. Deze staat ook bol van de blue notes, zowel violist Grapelli als Django zelf zetten een noot-voor-noot heerlijk swingende Georgia neer. Vergeleken met de andere uitvoeringen is deze helemaal niet zo snel en strak. Toch is dit wel het voorbeeld van de geheel eigen swing stijl, die typisch is voor de periode dat zij samen speelden in de befaamde Hot Club de France. Leuk detail: je hoort Django roepen: one more Stef, one more, oh yeah! Zou het ermee te maken hebben dat dit de Decca- opnamen zijn, bedoeld voor de engelse ‘markt’? | ||
|
Een hele bijzondere opname, met de Amerikaanse Eddie South op viool. Eddie South speelde vooral in bigbands en is een van de bekendste ‘zwarte’ violisten. Tegenwoordig zet Regina Carter deze lijn door in de Americaanse hot-jazz-scene (o.a. op de zeer aan te raden CD van James Carter, Chasing the Gypsy) . Eddie South speelt lekker stevig en heel fraai en is in vergelijking met Grapelli een stuk minder ‘venijnig’. Hij neemt de tijd voor een rustige opbouw van zijn improvisaties en die zijn zeer muzikaal.. Meest bijzondere aan deze opname: Django is uitsluitend begeleider, de viool krijgt alle ruimte en er komt geen ander solo instrument aan te pas! | ||
|
Een opmerkelijke versie, want deze opnamen hebben een typisch jaren 70 sfeertje. Mirando’s begeleidingsgroep speelt zeer verzorgd, de gitaar is elektrisch en de nootjes keurig rond en strak en er is een pianist en slagwerker aanwezig. Moro is duidelijk de swinger van dit kwintet. Hij zet een deels ingetogen en deels spetterende Georgia neer, in een lekker swingend tempo. Vergeleken met andere opnamen zit er veel afwisseling in en een paar leuke vondsten, waardoor deze versie weer fris en eigentijds klinkt. Althans: voor 1977. Toch: ik zou graag eens opnamen van Moro willen horen in een echte akoestische hot-quintet bezetting, volgens mij swingt hij dan iedereen de tent uit. | |||||||||||
|
1972, live at the Queen Elizabeth Hall, London. Grapelli speelt met het Alan Clare Trio in een bezetting met piano, bass en drums. Dit lijkt in niets meer op de hotjazz van vroeger. Dit is pure, onvervalste swingende jazz, met veel ruimte voor improvisaties. Grapelli staat werkelijk de sokken uit zijn schoenen te spelen en je hoort het publiek vervolgens de zaal bijna afbreken van enthousiasme. En terecht. De grote meester geeft trouwens de overige muzikanten alle ruimte om ook te excelleren. Dat is duidelijk anders dan zijn periode met Django, waar je ze elkaar bij wijze van spreken voortdurend muzikale vliegen hoort afvangen. (wat die muziek trouwens misschien wel daarom hoorbaar zeer ten goede kwam!). Enfin: Grapelli laat op deze verder ook prima opnamen goed horen waartoe hij in staat is. Bravo! | ||
|
Aangetrokken door het kopje 'Django Chante' ben ik ooit tot de aanschaf overgegaan van materiaal van dit aanstekelijke groepje enthousiaste muzikanten. Leuk hoe ze bekend werk een totaal nieuwe sfeer weten te geven! En vervolgens ben ik fan geworden van Jean Pierre en Cherie, die samen een prachtig accordeon repertoire hebben opgebouwd en vertolken. zie hier Deze cd bevat een serie ouwe krakers die in een lekker vrolijk nieuw jasje zijn gestoken. Sweet Georgia Brown heet in deze versie: Le Roi des jongleurs...... een lekker gekke, erg swingende en door Jean Pierre Guiran in het Frans gezongen versie. Let vooral op de accordeonsolo en de ritmegitaar die er duidelijk hoorbaar lol in heeft! Misschien niet de briljantste, maar wel de leukste versie. | ||
|
|
|
|