Terug | site map | Home |
Stel je voor dat we nog steeds wasrollen zouden moeten gebruiken!.
Zoals we in het eerste gedeelte gezien hebben, is de phonograaf gestart met het afspelen van wasrollen. Die overigens niet van was waren, maar van verschillende soorten kunststof.
Gelukkig voor ons heeft Emile Berliner uitgevonden dat er ook met platen gewerkt kon worden, waardoor het een echte platenspeler werd.
De platen hebben in al die jaren in de ontwikkeling van de platenspeler ook steeds op andere snelheden rondgedraaid. Dat werd niet gedaan om de koper te pesten.
Waarom die snelheid zo belangrijk is kunnen we zelf met een proefje uitproberen.
Als we een potlood nemen en een stukje papier kunnen we zelf wat 'geluid opnemen'.
Als je het potlood heen en weer beweegt en je trekt daar het papier onderdoor, dan krijg je een krabbel zoals hieronder.
Zoals we in het eerste deel gezien hebben, zien de groeven op een plaat er ook ongeveer zo uit.
Als je hetzelfde nog een keer doet, en je beweegt het potlood even snel als hierboven maar je beweegt het papier langzamer, dan krijg je een plaatje zoals hieronder.
Zoals je ziet past er dan veel meer op het papier, maar de bochten staan er helemaal niet zo mooi op.
En
dat werkt dus ook zo bij een plaat opname. Als de plaat langzaam draait, dan past er meer op. Maar als je beter
geluid wil hebben, dan moet de plaat sneller draaien.
Na heel veel proberen, bleek dat platen van bakeliet met die dikke stalen naalden het best op 78 toeren per minuut konden draaien. Dat wil dus zeggen dat in één minuut tijd, de plaat precies 78 keer ronddraait.
Omdat niet elk muziekstuk even lang is, zijn er 78 toeren platen gemaakt met verschillende afmetingen.
En omdat de plaat een Amerikaanse uitvinding is, is het de gewoonte om de afmeting in de Amerikaanse maat inches (=duimen ~ 2,4 cm) aan te geven.
Hieronder staan een aantal soorten 78toeren platen.
12 inch 78 toerenDit is de langspeelplaat onder de 78 toeren platen. Er past wel tot 6 minuten muziek per plaatkant
op!!! Omdat een klassieke symfonie veel langer duurt dan 2 x 6 minuten, werden er setjes van platen
uitgebracht met daarop alle delen van één muziek stuk. |
|
10 inch 78 toerenOp dit formaat past drie tot 4 minuten muziek per plaatkant. Daarom werd er op deze soort platen meestal populaire muziek gezet. Ook op dit formaat zijn er albums uitgebracht, met daarop bijvoorbeeld alle liedjes uit een musical. |
|
8 inch 78 toerenOp een plaat van 8 inch past hooguit 2 tot 3 munuten muziek per kant. Maar dat bleek voldoende voor allerlei populaire deuntjes. Bovendien zijn 8 inch platen veel makkelijker op te bergen dan 12 inch platen. |
|
Vlak voor de tweede wereldoorlog werd het materiaal vinyl uitgevonden.
Eerst werden daar gewone
78 toeren platen van gemaakt. Maar al snel bleek dat vinyl veel fijner van samenstelling was.
Daardoor konden de
platen met een veel fijnere naald afgespeeld worden. Maar de groeven konden ook veel dichter bij elkaar
geplaatst worden (zoals bij de onderste tekening). De plaat kon dus langzamer draaien waardoor er weer meer
muziek op gezet kon worden.
In 1947 kwamen er twee platenmaatschappijen bijna tegelijkertijd met een nieuw model plaat op de markt.
De ene maatschappij (RCA) zette evenveel muziek als van een 78 toeren plaat op een schijfje. Maar dat schijfje draaide op 45 toeren en hoefde daardoor niet groter te zijn dan 7 inch.
De andere maatschappij (CBS) maakte een plaat van 12 inch maar liet die draaien op 33 toeren. Daardoor konden er wel zes muziekstukken aan één plaatkant staan.
Gelukkig voor ons zijn alle platenmaatschappijen die nieuwe soorten platen gaan maken.
Hieronder staan een aantal soorten 33 toeren platen.
12 inch 33 toerenOp deze soort platen past tot 20 minuten muziek per plaatkant, en is daarmee de echte langspeelplaat (LP) onder de grammofoonplaten. Omdat er ook evenveel muziek op één LP paste als oorspronkelijk op een album met 78 toeren platen, werd deze soort ook al snel album genoemd. Ook al was het helemaal geen map met platen. |
|
7 inch 45 toerenOp deze soort platen past net zoveel muziek als op een gewone 78 toeren plaat, dus één muziekstuk per plaatkant. In vergelijking met een LP dus een echte single (= alleen of één). |
|
10 inch 33 toerenEen aantal platenmaatschappijen waren "bang" dat de muziekliefhebbers problemen zouden hebben met het grote formaat van de LP. Daarom brachten zij in het begin van het LP tijdperk LP's uit op het vertrouwde 10 inch formaat. Deze soort werd al snel mini LP genoemd. |
|
Er bestaat ook nog een 33 toeren uitvoering van de 7 inch single zoals hierboven beschreven.
Omdat deze soort op 33 toeren draait, passen er twee tot drie muziekstukken op één plaat kant. Daarom wordt deze uitvoering EP (extended play = verlengde speelduur) genoemd.
Er is ook een variant waarbij de LP niet op 33 toeren maar op 45 toeren wordt gespeeld. Dan past er uiteraard minder op de plaat.
Maar als de plaat sneller draait, dan staat de muziek "beter" op de plaat (zoals in de bovenste
tekening).
Daardoor is deze soort platen minder gevoelig voor stof, tikken of overslaan. En dat is weer goed
voor het gebruik door club DJ's.
Deze soort wordt kortweg 12-inch genoemd.
Het volgende deel |
Dit zijn alle delen van deze uitleg |
Deel 1 Van groeven en naalden |
Deel 2 Verkleinen |
Deel 3 Elektrisch versterkt |
Deel 4 Afmeting en snelheid |
Deel 5 De verschillende onderdelen |
Hier kunt u foto's van grammofoons vinden |
Garrard RC 120 / 4D II |
Philips 504 |
Trio Track Companion |
His Masters Voice - Model 101 |