Terug | site map | Home |
Een goeie vraag. Ik zal eens een poging wagen om dat duidelijk te maken. 1
In 1878 vond Thomas Alva Edison
de
Fonograaf
uit. Dat was een apparaat waarmee je een
gesprek op kon nemen op een wasrol zodat je dat gesprek later weer een aantal keren kon beluisteren.
Daarom
kunnen we dat apparaat wel de voorloper van de grammofoon noemen.
We zullen dus eens moeten kijken hoe zo'n fonograaf werkt.
Edison (en andere onderzoekers voor hem) ontdekten dat geluid trillingen zijn die door de lucht gaan. Als wij onze stem gebruiken, dan maken we daarmee trillingen in de lucht. Die trillingen verplaatsen zich door de lucht als de golfjes in het water wanneer je daar een steen in gooit. Als die trillingen in het oor van een luisteraar terecht komen, dan kan die persoon horen wat er gezegd wordt.
Je kunt dat zelf uitproberen met een stukje dun papier.
Als je dat op je hand legt en je praat er tegen
(zonder dat je het weg blaast) dan kan je het papiertje voelen trillen.
Vroeger maakte ik wel eens een kazoo door een stukje dun papier strak op een zakkammetje te houden. Als je daar tegen zong dan begon het papiertje te trillen en kreeg je een vreemd soort geluid.
Edison bedacht dat als je zo'n papiertje onderin een grote trechter maakt, en je aan dat papiertje een naald vastmaakt, je zo in een zachte wasrol het geluid kunt krassen. Door het draaien van de rol wordt in de zachte was zo de bewegingen van het papiertje vastgelegd. Er past wel een paar minuten beweging op.
Als dan vervolgens de was op die wasrol hard gemaakt wordt door er lak op te smeren, dan kan diezelfde rol het geluid weer laten klinken door er eenzelfde soort apparaat op aan te sluiten. Dat apparaat bestaat uit de draaiende rol met een naald die vastgemaakt is aan een vlies/papiertje dat op een trechter gespannen is.
Hiernaast is dat in een tekening duidelijk gemaakt.
Dat dit ook echt op die manier gedaan wordt, kan je zien op deze foto.
Het is een foto door een
vergrootglas van een grammofoonplaat. Je kunt hierop heel goed de krassen van de naald zien.
Nu we weten hoe het zou moeten werken, kunnen we gaan kijken hoe het werkelijk gebruikt werd.
Hieronder
is een afbeelding te zien van een Graphophone AQ wasrol speler. Deze spelers zijn echt verkocht rond 1900 om
thuis toespraken, zang maar ook muziek af te spelen.
In 1888 vond Emile Berliner uit dat het geluid ook opgenomen kon worden op een plaat. Vanaf dat moment werden de grammofoons gebouwd in de vorm zoals we die nu nog kennen.
Hiernaast staat een voorbeeld van het merk Graphophone.
Je kunt aan de zijkant een grote slinger zien zitten. Zulke grammofoons werden ook wel slingergrammofoons
genoemd.
Met die slinger kan je de motor opwinden waardoor de plaat kan gaan draaien. het apparaat werkt
dus helemaal zonder stroom.
Dat was ook wel nodig, want stroom voor thuis gebruik bestond toen nog niet.
In werkelijkheid is de geschiedenis complexer dan hier beschreven. De eerste optekening van geluid werd door Young uitgevoerd in 1807. Edison heeft de grammofoon (of fonograaf) niet uitgevonden. Edison heeft er een werkend apparaat van gemaakt, er patent op aangevraagd en er veel geld mee verdiend.
Het volgende deel |
Dit zijn alle delen van deze uitleg |
Deel 1 Van groeven en naalden |
Deel 2 Verkleinen |
Deel 3 Elektrisch versterkt |
Deel 4 Afmeting en snelheid |
Deel 5 De verschillende onderdelen |
Hier kunt u foto's van grammofoons vinden |
Garrard RC 120 / 4D II |
Philips 504 |
Trio Track Companion |
His Masters Voice - Model 101 |